De baten en lasten rekenen we toe aan het jaar waarop zij betrekking hebben (stelsel van baten en lasten). Lasten nemen we direct op, zodra ze zich voordoen. Baten en winsten nemen we voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Op basis van actuele kostprijsberekeningen worden bij verlieslatende complexen de hoogte van de te nemen voorziening bepaald.
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Omdat geen voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume mogen worden opgenomen, worden sommige personeelslasten echter toegerekend aan de periode waarin de uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan verlofaanspraken en dergelijke.
Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming te weten vier jaar.
Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten wordt wel een verplichting gevormd. Van dit laatste is sprake bij de verplichtingen omtrent verlofsparen zoals dit vanaf 2022 is ingevoerd in de CAO.
Conform de notitie grondexploitatie 2016 van de commissie BBV wordt tussentijds winst genomen op basis van de percentage of completion (POC) methode. De POC-methode is nader uitgewerkt door de commissie BBV in de “aanvulling notitie grondexploitatie: tussentijds winst nemen (POC-methode)".
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als baten genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld.
Voor de ontvangsten algemene uitkering wordt de laatst verschenen circulaire in het boekjaar verwerkt. Voor 2022 is dit de decembercirculaire 2022.